Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Festus dan, in de [1]provincie gekomen zijnde, ging na drie dagen van [2]Cesarea op naar [3]Jeruzalem. 1. Alzo noemden de Romeinen een landschap, hetwelk zij met de wapenen gewonnen en onder hun gebied gebracht hadden, en door enige afgezonden stadhouders vanwege het Romeinse rijk lieten regeren; hoedanig ook Judea was. Zie hfdst.23 vs.34. 2. Welke stad te dien tijd de zetel was van de Romeinse stadhouders, vanwege hare sterkte en ligging. Zie hfdst.23 vs.23. 3. Dat de hoofdstad was van de gehele provincie, en waar de geestelijke en wereldlijke regering der Joden was, doch onder het opzicht des stadhouders.